• 100 jaar ASC De Volewijckers

    Afgelopen maandag 1 november bestond onze club 101 jaar. En afgelopen zondag 31 oktober hebben wij dan eindelijk het 100-jarig bestaan van de club mogen vieren. Eindelijk omdat wij het, vanwege Corona, diverse keren hebben moeten uitstellen.
    De feestgangers waren allemaal persoonlijk uitgenodigd. Het waren vooral de oude(re) Volewijckers. De nog in leven zijnde Mosveld-baby’s, de tweede divisie-kampioenen van ’71, ereleden, de oud-voorzitters, de ambassadeurs, de veteranen en de coryfeeën van de club, alsmede een handvol sympathisanten uit de media. Een prachtig gezelschap, verreweg de meesten 70+.

    Good old Fred Los heeft op de website een mooi verslag geschreven. Ik wil er ook nog even bij stil staan, maar dan op mijn manier.

    Huub Hoogkamp was afgelopen zondag de toetsenist van de band die voor de prima (achtergrond)muziek zorgde. Hij is mijn neef en speelde van zijn 8e tot 18e voor onze club. Ook bij hem zit de clubliefde diep. Zo heeft hij zijn groen-witte, katoenen Jansen en Tilanus-shirt, nog altijd in de kast liggen. Neef Huub is de muziekman van Amsterdam, hij geeft al jarenlang muziekles op talloze Amsterdamse scholen. Sinds de club er weer is treedt Huub (met andere bandleden) regelmatig op bij en voor de club. Daardoor kan hij het lied van Jos de Rooy en ons clublied immiddels dromen. Huub is een echte Volewijcker die graag speelt voor De Volewijckers.

    Joop Burgers was ook een van de gasten, uiteraard in gezelschap van zijn vrouw Rietje. Joop speelde nooit betaald voetbal voor De Volewijckers, maar werd met DWS wel kampioen van Nederland en speelde jarenlang met Haarlem in de eredivisie. Joop was daarnaast jarenlang een toptrainer in het amateurvoetbal en promoveerde ooit met De Volewijckers van de 3e naar de 2e klasse. Zelf deed hij nooit mee aan de trainingen. Ik heb het maar 1x mee gemaakt. Tot onze verbazing trok Joop ook een hesje aan en deed hij mee aan het partijspel. Een paar minuten later dacht 1 van onze spelers de trainer gemakkelijk te kunnen passeren. De speler liep echter tegen het blok beton Joop Burgers aan en rolde even later over het gravelveld. Waarop Joop hem breeduit lachend vroeg:” Dacht jij mij gewoon even te passeren?”

    Martin Kool was natuurlijk ook van de partij. De enige amateur die in het prachtige lied van Jos de Rooy bezongen wordt. Martin die inmiddels een jaar of 75 (of is het toch nog ouder?) is en nooit voor een andere club dan De Volewijckers speelde. die altijd snel en handig was. En denkt dat hij dat nog steeds is. Die de bal het liefst niet af gaf. Die zich nooit echt druk maakte. Die de maat van Carel Bartele sr. was. Die altijd in was en is voor een grap en een grol Ik vraag het mij nog steeds af. Hoeveel zou hij Jos de Rooy nou eigenlijk betaald hebben om in dat lied bezongen te worden?

    Mevrouw Ellens was er ook, de echtgenote van de zeer recent overleden Mosveld-baby en oud- trainer Henk Ellens. Begeleid door 2 van haar zoons, Marcel en Erik. Henk Ellens haalde zijn 59e trouwdag op 1 dag na niet en haalde het Eeuwfeest daarmee ook niet. Zoals Tony Fens, Bep Lanser, Arie Muller en Otto Polak het ook (net) niet haalden. Ik weet zeker dat ze er allemaal heel graag bij waren geweest. En ik weet zeker dat ik niet de enige ben geweest die afgelopen zondag even aan ze heeft gedacht.

    Frits Barend was er. Ja, de Barend van Barend en Van Dorp, de Barend van talloze voetbalboeken, van talloze TV-programma’s en de vader van Barbara. Ooit heeft hij het mij verteld. Zijn allereerste klus als voetbaljournalist was het schrijven van een artikel over een thuiswedstrijd van De Volewijckers op het Mosveld. De oude Frits is nooit vergeten hoe hij daar als piepjonge journalist zijn debuut maakte. Midden in Noord, in dat prachtige stadionnetje tussen de huizen. Frits houdt, daarom niet alleen van Ajax, hij houdt toch ook van De Volewijckers.

    Piet de Bruin was er, zoon van Tip. Tip die maar liefst 75 jaar lid was van onze club. Die de club altijd en overal op een hele positieve wijze presenteerde. Die talloze vrijwilliger-functies bekleedde binnen de club. En die, op voorstel van onze historische commissie postuum tot erelid van de club werd benoemd. Ik mocht Piet hiervoor toespreken. Piet nam het bijbehorende geschenk trots en dankbaar in ontvangst. Het was een prachtig moment.

    Net zo prachtig was de aanwezigheid van Ferry, Ineke en Lydia de Jongh, de zoon en dochters van clublegende Daan de Jongh. De man die in de jaren ’30 en ’40 maar liefst 377 wedstrijden voor onze club speelde, die talloze goals maakte en die in ’44 zelfs kampioen van Nederland werd met zijn eigen groen-wit. Maar ook de man die in ’62 als trainer met De Volewijckers op ongelofelijke wijze (“het wonder van Zuilen”) naar de eredivisie promoveerde en zich daar in het eerste seizoen gemakkelijk handhaafde. Zijn dood, op slechts 41-jarige leeftijd, kwam veel te vroeg. Maar Heerenveen heeft Abe, PSV heeft Willy, Ajax heeft Johan en wij hebben Daan!

    Het was een prachtig feest van en voor de mensen die de club groot hebben gemaakt. Er was ook een aantal “nieuwe” Volewijckers aanwezig, zoals het voltallige huidige bestuur en de dames die de bediening zo voortreffelijk voor hun rekening hadden genomen. Misschien wel het allermooiste was dat zij ver na afloop, toen alles opgeruimd was, nog steeds straalden. En tegen elkaar zeiden:” Hier moeten wij naartoe, zo moeten wij ook worden.”

    Andries Jonker